Staal snijden plasma of autogeen?

Plasmasnijden of autogeen snijden?

Voorafgaand aan het snijden van metalen wordt vaak overwogen welke keuze wordt gemaakt met betrekking tot de wijze van snijden. Twee van de mogelijke keuzes zijn plasmasnijden en autogeen snijden. Beide wijzen zullen besproken worden aan de hand van bijvoorbeeld voor- en nadelen, bijbehorende metaalsoort en eenvoudigheid.

Autogeen snijden

Autogeen snijden wordt ook wel brandsnijden genoemd. Deze naam komt niet zomaar aanvliegen, want tijdens het brandsnijden wordt letterlijk het metaal in verschillende stukken gebrand. Het is een van de oudste methodes als het gaat om het snijden van metalen, maar wordt nog steeds als een van de meeste gebruikte methodes beschouwd. Brandsnijden is een methode die eigenlijk alleen gebruikt wordt voor het snijden van staal, simpelweg omdat het geen ideale werking heeft op andere metalen. Het voordeel van autogeen snijden, is dat het proces snel kan gebeuren, door middel van het gebruik van meerdere gasbranders. Verder scheelt het ook een hoop in de kosten als het vergeleken wordt met een aantal andere snijmethodes.

De eerste stap van het autogeen snijden is om het staal met één of meerdere gasbranders naar een enorm hoge temperatuur gebracht, namelijk om en nabij de 1150 graden Celcius (dit is de ontstekingstemperatuur van staal). Als het metaal deze temperatuur heeft bereikt, ontstaat een brandplek. Vervolgens wordt op deze brandplek een aparte snijzuurstofstroom op gericht, waardoor de snijdende werking in gang wordt gezet). Het verbrandingsproduct van ijzer en zuurstof is ijzeroxide (ook wel slak genoemd). Deze wordt door de snijzuurstof uit de voeg geblazen totdat het metaal doormidden is gesneden. Doordat het ijzeroxide een lagere ontbrandingstemperatuur heeft dan het metaal en vloeibaar is, is er geen sprake van “smelten” van het metaal.

Plasmasnijden

Plasmasnijden is, in tegenstelling tot autogeen snijden, wel een “smelt” snijtechniek. De benodigde ontbrandingstemperatuur van het metaal wordt bij plasmasnijden bereikt door middel van een combinatie van plasmagas en elektroden. Deze methode kan gebruikt worden op alle metalen die stroom geleiden. Voorbeelden hiervan zijn aluminium, koper, zilver en zelfs goud. Ook bij deze methode is het mogelijk om grote metalen snel gesneden kunnen worden. Sterker nog, de snijsnelheid van plasmasnijden kan de snijsnelheid van autogeen snijden soms meer dan verdubbelen, mede omdat er geen voorwarmtijd verloren gaat.

De machine wordt allereerst op het metaal geplaatst, waarna plasmagas wordt toegevoerd door een opening in de snijtoorts. Het positief geladen metaal (magnetisch) komt in aanraking met de negatief geladen elektrode (die zich in de opening van de snijtoorts bevindt), waardoor een stroomkring wordt opgewekt. Hierdoor loopt de temperatuur enorm snel op naar de benodigde ontbrandingstemperatuur, waardoor het metaal wegsmelt en direct uit de snijvoeg wordt geblazen door het plasmagas uit de snijtoorts.

Conclusie

Twee verschillende snijsoorten zijn besproken, namelijk plasmasnijden en autogeen snijden (ook wel brandsnijden). Als je alleen kijkt naar de snelheid van het snijproces, is het vanzelfsprekend dat je voor plasmasnijden zou kiezen, maar dat behoort helaas niet altijd tot de mogelijkheden. Als het metaal dat gesneden moet worden niet magnetisch is, is het niet mogelijk om de plasma snijmethode te gebruiken, en zul je moeten kiezen voor autogeen snijden of een van de andere mogelijke methoden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *